Heupdysplasie is een aandoening die al bij de geboorte aanwezig kan zijn, maar de symptomen vallen vaak pas later op. Dit komt doordat het lichaam zich aanpast en de belasting op het gewricht toeneemt naarmate je ouder wordt.
Je lichaam probeert de heup extra stevigheid te geven door gebruik te maken van het labrum. Dit is een ringvormige structuur aan de rand van de heupkom, die je kunt vergelijken met een zuignap. Het labrum heeft twee belangrijke functies:
- Stabiliteit: Het labrum vormt als het ware een kommetje dat helpt om de heupkop (femurkop) stevig in de heupkom te houden.
- Schokdemping: Het werkt als een demper die de krachten op het heupgewricht opvangt, bijvoorbeeld tijdens het lopen of rennen.
Bij heupdysplasie moet het labrum echter veel harder werken om de heupkop te stabiliseren—vaak wel 4 tot 11 keer harder. Dit verhoogde werk kan het labrum kwetsbaar maken, en als het overbelast raakt, kan het scheuren. Zo’n scheur, ook wel een labrumscheur genoemd, kan pijn veroorzaken en een gevoel van instabiliteit geven, soms gepaard met een “klikken” van de heup.
Belangrijk om te weten: een labrumscheur is niet altijd ernstig. Uit onderzoek blijkt dat 54% van de mensen zonder heuppijn een labrumscheur heeft die zichtbaar is op medische beeldvorming.
Omdat het labrum niet altijd voldoende ondersteuning kan bieden, spelen de spieren rondom de heup een cruciale rol. Vooral de bilspieren en de spieren aan de voorkant van de heup zijn essentieel om de heupkop stabiel in de kom te houden en verdere overbelasting te voorkomen. Gericht spierversterkende oefeningen kunnen hierbij enorm helpen.